Magister


Magister


In een wereld waar alles digitaal wordt, worden ook schoolspullen digitaal. Een agenda bijvoorbeeld om huiswerk en cijfers in te noteren. Een app waarmee je een digitale agenda op zak hebt, is magister. Deze app heeft alles wat een papieren agenda ook heeft, maar dan nog veel meer. De meeste leerlingen krijgen automatisch een magister account zodra ze bij de school staan ingeschreven. Bijna elke school gebruikt de app.


Het voordeel van deze app is dat je ook zonder internet gebruik kan maken van de app. Ook is het mogelijk om magister in een internetbrowser te openen. De functies zijn hier precies hetzelfde als op de app, maar de lay-out verschilt.

 

Wat kan een leerling met magister?

Om deze app te downloaden heb je alleen een telefoon of tablet nodig met een internetverbinding. Om in te loggen, heb je een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Deze krijgt een leerling in een van de eerste dagen op de middelbare school. Alleen als de school gebruik maakt van magister, kun je hierop inloggen. Deze app is ook voor ouders. Als ouder heb je ook inzicht in het account van je kind. Magister heeft de volgende functies voor leerlingen:


  • een agenda waarin het rooster te zien is, inclusief het lokaal en de docent;
  • het huiswerk per week;
  • de cijfers van het schooljaar, inclusief de weging ervan;
  • de berichten die de school naar de leerlingen stuurt;
  • een studiewijzer;
  • opdrachten;
  • leermiddelen. Hier staan de boeken die ook online te zien zijn;
  • bronnen. Hier staan documenten die leerlingen hebben ingeleverd en vervolgens door de docent openbaar zijn gemaakt, zoals portfolio documenten en projectdocumenten, en
  • de gegevens van de leerling. Hier staat onder andere het e-mailadres van de leerling, de geboortedatum, het profiel, de klas en de mentoren. Je kunt alleen deze gegevens zien met het wachtwoord van het account.

 


Hoe gebruikt de school magister?

Veel scholen gebruiken magister. De school gebruikt magister om:


  • het rooster erin te zetten;
  • het huiswerk erin zetten. De docent van het vak zet het huiswerk voor de volgende les in het rooster van de leerling;
  • de cijfers alvast te geven aan de leerlingen. De leerlingen zien al hun cijfers van het huidige schooljaar. Het programma berekent automatisch welk cijfer het kind staat op het rapport;
  • berichten te sturen. De school kan berichten naar de leerlingen sturen. Dit zijn berichten over lesuitval, activiteiten en andere mededelingen;
  • documenten op de ELO te zetten. De ELO, de elektronische leeromgeving of de studiewijzer, bevat alle documenten die een docent erop heeft gezet. Dit zijn documenten als nakijkbladen, oefentoetsen, PowerPoints die in de les zijn gebruikt en nuttige sites;
  • opdrachten op te plaatsen. De docent plaatst opdrachten op magister. Leerlingen kunnen die via ‘opdrachten’ inleveren. De docent kijkt de opdrachten vervolgens na;
  • projectdocumenten en portfolio documenten openbaar te maken. Docenten laten leerlingen regelmatig in groepen een opdracht maken. Deze opdracht komt te staan onder de projecten. De documenten hiervoor kunnen ook op de ELO staan. Bij de portfolio documenten kunnen leerlingen dossiers samenstellen die ze gedurende hun hele schooltijd kunnen bekijken.